Softwareversie 3.10 Gebruiksaanwijzing

14-19
k Objecten selecteren en deselecteren
Voordat u een object kunt bewerken (verplaatsen of verwijderen) of een figuur kunt creëren
met behulp van een object, moet het object of een deel ervan eerst worden geselecteerd. In
dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe objecten worden geselecteerd en gedeselecteerd.
u Een bepaald object selecteren
1. Als een functiepictogram zich in de rechterbovenhoek van het scherm bevindt, druk dan op
J of op o om de functie te deselecteren.
2. Verplaats de aanwijzer naar het object dat u wilt selecteren.
Hierdoor verschijnen een of meer
markeringen op het object. Het object begint nu te
knipperen. Merk op dat het object niet knippert als het een punt is en er een
markering
op het punt wordt weergegeven.
3. Druk op w.
Hierdoor verandert het
in k en verandert de omtrek van het object in een dikke lijn, wat
aangeeft dat het object is geselecteerd.
U kunt nu stappen 2 en 3 herhalen om andere objecten te selecteren, desgewenst.
u Een gehele polygoon selecteren
1. Als een functiepictogram zich in de rechterbovenhoek van het scherm bevindt, druk dan op
J of op o om de functie te deselecteren.
2. Verplaats de aanwijzer naar het object dat u wilt selecteren.
• Hierdoor verschijnen
markeringen op een bepaald
deel (hoekpunt, zijde, enz.) van het object.