Softwareversie 3.00 Gebruiksaanwijzing
16-9
Plane sjabloon u
Er zijn invoerschermen voor drie types van coëfficiënten.
1(EXPRESS) ... Selecteer om de coëfficiënten in te voeren van een functie voor een plat
vlak.
2(VECTOR) ... Selecteer om de coëfficiënten in te voeren van een vector voor een plat vlak.
3(POINTS) ... Selecteer om de coördinaten in te voeren van drie punten op een plat vlak.
De invoering van een coëfficiënt die overeenkomt met één van de onderstaande •
voorwaarden zal een “Invalid Setting”-fout veroorzaken.
EXPRESS: a=0 en b=0 en c=0•
VECTOR: •
Zowel de u vector als de v vector coëfficiënt, of ofwel de u vector ofwel de v vector •
coëfficiënt is 0.
u vector en v vector zijn dezelfde richting.•
POINTS: •
Twee van de drie punten hebben dezelfde waarde. •
De drie punten liggen op dezelfde rechte lijn.•