Softwareversie 3.00 Gebruiksaanwijzing

8-31
De uitvoering van dit programma geeft het volgende resultaat:
u Een rij met een getal te vermenigvuldigen (`Row)
Voorbeeld 2 Vermenigvuldig in de matrix uit voorbeeld 1 rij 2 met het getal 4
De syntaxis die u moet gebruiken is de volgende:
`Row 4, A, 2_
Rij
Naam van de matrix
Getal waarmee vermenigvuldigd wordt
Mat A
u Een rij met een getal vermenigvuldigen en het resultaat optellen bij een
andere rij (`Row+)
Voorbeeld 3 Vermenigvuldig in de matrix uit voorbeeld 1 rij 2 met het getal 4, en tel
dit resultaat op bij rij 3
De syntaxis die u moet gebruiken is de volgende:
`Row+ 4, A, 2, 3_
Op te tellen rijen
Rij waarvoor het product moet worden berekend
Naam van de matrix
Getal waarmee vermenigvuldigd wordt
Mat A
u Een rij optellen bij een andere rij (Row+)
Voorbeeld 4 Tel in de matrix uit voorbeeld 1 rij 2 op bij rij 3
De syntaxis die u moet gebruiken is de volgende:
Row+ A, 2, 3_
Nummer van de rij waarbij opgeteld moet worden
Nummer van de rij dat opgeteld moet worden
Naam van de matrix
Mat A