Softwareversie 3.00 Gebruiksaanwijzing

5-47
Als “On” is geselecteerd en “ Σ Display” in het configuratiescherm en alle drie de expressies
die u in de modus Recursion hebt ingevoerd, zijn geselecteerd voor het maken van
een tabel, gebruik dan het functiemenu dat verschijnt als u op 3(PHASE) drukt in het
tabellenscherm om op te geven welke twee expressies u wilt gebruiken en of u de numerieke
reeks of de som van de numerieke reeks wilt gebruiken.
1(
a b ) ..........Grafiek tekenen met getallenreeksen a
n
( a
n
+1
, a
n
+2
) en b
n
( b
n
+1
, b
n
+2
)
2(
b c ) ..........Grafiek tekenen met getallenreeksen b
n
(
b
n
+1
, b
n
+2
) en c
n
( c
n
+1
, c
n
+2
)
3(
a c ) ..........Grafiek tekenen met getallenreeksen a
n
( a
n
+1
, a
n
+2
) en c
n
( c
n
+1
, c
n
+2
)
4( Σ
a b ) .......Grafiek tekenen met de sommen van de
getallenreeksen a
n
( a
n
+1
, a
n
+2
) en b
n
( b
n
+1
,
b
n
+2
)
5( Σ
b c ) .......Grafiek tekenen met de sommen van de
getallenreeksen b
n
( b
n
+1
, b
n
+2
) en c
n
( c
n
+1
,
c
n
+2
)
6( Σ
a c ) .......Grafiek tekenen met de sommen van de
getallenreeksen
a
n
( a
n
+1
, a
n
+2
) en c
n
( c
n
+1
,
c
n
+2
)
k WEB-grafiek (convergentie, divergentie)
y = f ( x ) wordt getekend met de aanname a
n
+1
= y , a
n
= x voor lineaire recursie met twee
termen a
n
+1
= f ( a
n
) bestaande uit a
n
+1
, a
n
. Daarna kunt u bepalen of de functie convergent of
divergent is.
1. Kies in het hoofdmenu de modus Recursion .
2. Configureer de instellingen voor het weergavevenster.
3. Selecteer de lineaire recursie tussen twee termen als het type recursieformule en voer de
formule in.
4. Geef het tabelbereik, de begin- en eindpunten van
n , de begintermwaarde en het beginpunt
van de aanwijzer op.
5. Geef de tabel met getalwaarden voor de recursieformule weer.
6. Teken de grafiek.
7. Druk op w om de aanwijzer op het opgegeven beginpunt weer te geven.
Druk verschillende keren op w.
Bij convergentie worden lijnen als in een spinnenweb weergegeven. Als er geen
spinnenweb van lijnen wordt weergegeven, is de formule divergent of valt de grafiek
buiten de grenzen van het weergavevenster. In dit geval moet u de waarden voor het
weergavevenster verhogen en het nogmaals proberen.
Met fc kunt u de grafiek selecteren.