Softwareversie 3.00 Gebruiksaanwijzing
5-26
k Meerdere grafieken in hetzelfde scherm tekenen
(overschrijvende grafiek)
Ga als volgt te werk om diverse waarden toe te kennen aan een variabele in een expressie en
de resulterende grafieken in het scherm te overschrijven.
1. Kies in het hoofdmenu de modus Graph .
2. Wijzig in het configuratiescherm de instelling voor “Dual Screen” in “Off”.
3. Configureer de instellingen voor het weergavevenster.
4. Geef het functietype op en voer de functie in. De syntaxis voor de invoer van de functie is
als volgt:
Expressie met één variabele ,!+( [ ) variabele !.(=) waarde , waarde , ...
, waarde !-( ] )
5. Teken de grafiek.
Voorbeeld Teken de grafiek van y = A
x
2
– 3 waarbij de waarde van A verandert in de
reeks 3, 1, –1
Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster.
Xmin = –5, Xmax = 5, Xscale = 1
Ymin = –10, Ymax = 10, Yscale = 2
1 m Graph
2 !m(SET UP) cccc3(Off) J
3 !3(V-WIN) -fwfwbwc
-bawbawcwJ
4 3(TYPE) 1(Y=) av(A) vx-d,
!+( [ ) av(A) !.(=) d,b,-b
!-( ] ) w
5 6(DRAW)
• Wanneer met de bovenstaande bewerking meerdere grafieken tegelijkertijd worden
getekend, worden ze met vijf verschillende kleuren in de volgende volgorde getekend:
blauw, rood, groen, magenta, zwart. De eerste grafiek wordt getekend met de kleur
die is opgegeven voor een expressie die is vastgelegd in het scherm met de lijst met
grafiekrelaties, de volgende grafieken worden getekend met de bovenstaande kleuren.
Als voor de expressie de kleur cyaan of geel wordt opgegeven, wordt de standaardkleur in
het scherm met de lijst met grafiekrelaties waarin de expressie is vastgelegd gebruikt om de
leesbaarheid te vergroten.