User Manual

Table Of Contents
2-44
u Een eenheidsmatrix maken [OPTN] - [MAT] - [Iden]
Gebruik het Iden-commando om een eenheidsmatrix aan te maken.
Voorbeeld Maak van matrix A een 3 × 3 eenheidsmatrix
K2(MAT) 6( g) 1(Iden)
da6( g) 1(Mat) av(A) w
Aantal rijen en kolommen
u De dimensies van een matrix controleren [OPTN] - [MAT] - [Dim]
Gebruik het Dim-commando om de dimensies van een bestaande matrix te controleren.
Voorbeeld 1 Controleer de dimensies van matrix A
K2(MAT) 6( g) 2(Dim)
6( g) 1(Mat) av(A) w
Deze weergave betekent dus dat matrix A 2 rijen en 3 kolommen heeft. Daar het resultaat van
het Dim-commando data van een lijsttype is, wordt dit opgeslagen in het geheugen ListAns.
U kunt ook gebruikmaken van {Dim} om de dimensies van de matrix te definiëren.
Voorbeeld 2 Definieer een matrix B met 2 rijen en 3 kolommen
!*( ) c,d!/( ) a
K2(MAT) 6( g) 2(Dim)
6( g) 1(Mat) al(B) w
De “Dim”-opdracht kan worden gebruikt voor het controleren en configureren van de
vectordimensie-instellingen.
u Een matrix bewerken met matrixcommando’s
Met de matrixcommando’s kunt u ook waarden toekennen aan een element van een matrix,
de waarde van een element van een matrix oproepen, alle elementen van een matrix dezelfde
waarde toekennen, twee matrices aaneenvoegen en een matrixkolom wegschrijven in een
lijst.
u Aan een element van een matrix een waarde toekennen of de waarde van
een element oproepen
[OPTN] - [MAT] - [Mat]
Als u het Mat-commando gebruikt om een element te bewerken, dan dient u te weten dat het
toestel voor deze invoer het volgende formaat verwacht.
Mat X [
m , n ]
X = naam van de matrix (A tot Z, of Ans)
m = rijnummer
n = kolomnummer