User Manual
2-42
u Importeer de inhoud van een CSV-bestand naar een matrixgeheugen
1. Bereid het CSV-bestand voor dat u wilt importeren.
• Zie “Benodigdheden voor importeren CSV-bestanden” (pagina 3-14).
2. Als de Matrix Editor op het scherm staat, kunt u met f en c de matrix aanklikken
waarheen u het CSV-bestand wilt importeren.
• Als de matrix die u selecteert al gegevens bevat, dan wordt de huidige inhoud
overschreven met de nieuw geïmporteerde gegevens van het CSV-bestand.
3. Druk op 4(CSV)1(LOAD).
4. In het dialoogvenster dat verschijnt gebruikt u f en c om het bestand te markeren dat u
wilt importeren, en vervolgens klikt u op w.
• Hiermee wordt de inhoud van het door u aangegeven CSV-bestand geïmporteerd naar het
matrixgeheugen.
Belangrijk!
Het importeren van de volgende typen CSV-bestanden leidt tot een fout.
• Een CSV-bestand met gegevens die niet kunnen worden omgezet. In dit geval verschijnt
een foutmelding waarin de locatie in het CSV-bestand wordt aangegeven (bijvoorbeeld: rij 2,
kolom 3) waar de gegevens die niet kunnen worden omgezet zich bevinden.
• Een CSV-bestand dat uit meer dan 999 kolommen of 999 rijen bestaat. In dat geval doet
zich een fout “Invalid Data Size” voor.
u De inhoud van de matrix opslaan als CSV-bestand
1. Als de Matrix Editor op het scherm staat, kunt u met f en c de matrix aanklikken
waarvan u de inhoud als een CSV-bestand wilt opslaan.
2. Druk op 4(CSV)2(SV
•
AS).
• Het keuzescherm van de map wordt weergegeven.
3. Selecteer de map waarin u het CSV-bestand wilt opslaan.
• Markeer “ROOT” om het CSV-bestand op te slaan in de rootdirectory.
• Om het CSV-bestand in een map op te slaan, gebruikt u f en c om de gewenste map
te markeren en vervolgens drukt u op 1(OPEN).
4. Druk op 1(SV
•
AS).
5. Voer maximaal 8 tekens in voor de bestandsnaam en druk vervolgens op w.
Belangrijk!
• Wanneer matrixgegevens naar een CSV-bestand worden opgeslagen, worden bepaalde
gegevens als volgt omgezet.
- Gegevens van complexe getallen: Alleen het reële deel wordt geëxtraheerd.
- Breukgegevens: Omgezet naar wiskundig regelformaat (bijvoorbeeld: 2{3{4 → =2+3/4)
- ' en π gegevens: Omgezet naar een decimale waarde (bijvoorbeeld: '3 → 1.732050808)
u Het scheidingsteken en het decimaalpunt van het CSV-bestand aangeven
Als de Matrix Editor op het scherm staat, drukt u op 4(CSV)3(SET) voor weergave van
het CSV-instellingenscherm. Vervolgens voert u stap 3 uit van “Het scheidingsteken en het
decimaalpunt van het CSV-bestand aangeven” (pagina 3-16).