User Manual

2-39
u Een bepaalde matrix wissen
1. Als de Matrix Editor op het scherm staat, kunt u met f en c de matrix aanklikken die u
wilt wissen.
2. Druk op 1(DEL).
3. Druk op 1(Yes) om de matrix te wissen, of op 6(No) als u toch maar niet wilt wissen.
u Alle matrices tegelijk wissen
1. Als de Matrix Editor op het scherm staat, drukt u op 2(DEL
A).
2. Druk op 1(Yes) om de matrix te wissen, of op 6(No) als u toch maar niet wilt wissen.
k Bewerkingen op de elementen van een matrix
Ga als volgt te werk om bewerkingen op de elementen van een matrix uit te voeren.
1. Als de Matrix Editor op het scherm staat, kunt u met f en c de matrix aanklikken die
u wilt bewerken. U kunt naar een specifieke matrix gaan door de letter te typen die met de
naam van de matrix overeenkomt.
Als u bijvoorbeeld ai(N) typ, gaat u naar Mat N.
Als u drukt op !-(Ans), gaat u naar het actieve matrixgeheugen.
2. Druk op w om het functiemenu met de volgende opties te openen.
• { R
OP } ... {menu met de rij-operaties}
• { ROW }
• { DEL } / { INS } / { ADD } ... rij {wissen}/{invoegen}/{toevoegen}
• { COL }
• { DEL } / { INS } / { ADD } ... kolom {wissen}/{invoegen}/{toevoegen}
• { EDIT } ... {element bewerken}
In alle voorbeelden wordt steeds vertrokken van de matrix A uit het eerste voorbeeld.
u Rijrekenen
Het volgende menu verschijnt wanneer u drukt op 1(R
OP) terwijl de matrix die u wilt
bewerken opgeroepen is.
• { Swap } ... {om twee rijen om te wisselen}
• { × Rw } ... {om een rij met een getal te vermenigvuldigen}
• { × Rw+ } ... {om een rij te vervangen door de som van die rij en het product van een andere rij
en een getal}
• { Rw+ } ... {om een rij te vervangen door de som van die rij en een andere rij}
u Twee rijen omwisselen
Voorbeeld Wissel de rijen 2 en 3 van de volgende matrix om:
Alle voorbeelden gebruiken de volgende matrix:
Matrix A =
1 2
3 4
5 6