User Manual

13-10
k Het uitwisselen van gegevens
Verbind de beide toestellen en voer de volgende handelingen uit.
Ontvangend toestel
Om het toestel klaar te maken voor de ontvangst van
gegevens, drukt u op 2(RECV) als het menu voor het
regelen van uitwisselingen op het scherm staat.
Het toestel gaat in wachtstand, klaar om gegevens te ontvangen. De ontvangst begint op het
moment dat het andere toestel begint met zenden.
Zendend toestel
Om het toestel klaar te maken voor het verzenden van gegevens, drukt u op 1(TRAN) als
het menu voor het regelen van uitwisselingen op het scherm staat.
Dit toont een scherm om de selectiemethode voor gegevens te specificeren.
• { SEL } ... {nieuwe gegevens selecteren}
• { CRNT } ... {eerder geselecteerde gegevens automatisch
selecteren*
1
}
*
1
Als u naar een andere modus schakelt wordt het daarvóór geselecteerde geheugen gewist.
u Geselecteerde gegevenstypes verzenden (Voorbeeld: gebruikersgegevens verzenden)
Druk op 1(SEL) of op 2(CRNT) om het scherm voor het uitkiezen van gegevenstypes op
te roepen.
• { SEL } ... {selecteert het aangeklikte gegevenstype}
• { ALL } ... {alle gegevens selecteren}
• { TRAN } ... {verzendt de geselecteerde gegevenstypes}
Gebruik de toetsen f en c om de cursor te verplaatsen naar het gegevenstype dat u
wilt aanduiden. Druk dan op 1(SEL) om deze aanduiding te bevestigen. De geselecteerde
gegevenstypes worden aangeduid met het teken “
”. Druk nu op 6(TRAN) om te verzenden.
Om een keuze te annuleren, klikt u het gegevenstype opnieuw aan en drukt u nogmaals op
1(SEL).
Alleen de gegevenstypes met vastgelegde geheugeninhoud verschijnen op het keuzescherm.
Als niet alle gegevenstypes op het keuzescherm kunnen, dan zal het venster verschuiven als
u de cursor naar het laatste gegevenstype op het scherm verplaatst.