User Manual
2-49
u In een matrix alle elementen vervangen door hun absolute waarde, door
hun geheel deel, door hun decimaal deel, of door hun grootste geheel
deel dat niet groter is dan het originele element
[OPTN] - [NUM] - [Abs]/[Frac]/[Int]/[Intg]
Voorbeeld Bepaal de matrix met als elementen de absolute waarde van de
elementen van volgende matrix:
Matrix A =
K6( g) 4(NUM) 1(Abs)
K2(MAT) 1(Mat) av(A) w
• De “Abs”-opdracht kan worden gebruikt om de absolute waarde van een vectorelement te
verkrijgen.
u Rekenen met complexe getallen met een matrix
Voorbeeld Bepaal de absolute waarde van een matrix met de volgende complexe
getallen als elementen:
Matrix D =
AK6( g) 4(NUM) 1(Abs)
K2(MAT) 1(Mat) as(D) w
• De volgende functies voor complexe getallen worden ondersteund in matrices en vectoren.
i , Abs, Arg, Conjg, ReP, ImP
Voorzorgen bij integraalrekenen
• De determinanten en de inverse matrices worden berekend met de eliminatiemethode,
waardoor fouten kunnen ontstaan (cijfers die wegvallen).
• Het rekenwerk gebeurt voor elk element van de matrices apart, waardoor het relatief lang
kan duren voordat het resultaat verschijnt.
• De fout op de weergegeven resultaten bij het matrixrekenen is ± 1 op het laatste significante
cijfer.
• Als het resultaat van een matrixberekening te groot is om opgeslagen te kunnen worden in
het geheugen voor de laatste matrix, verschijnt een foutmelding.
• U kunt de inhoud van het geheugen voor de laatste matrix als volgt overdragen naar een
andere matrix (of naar een variabele wanneer het geheugen voor de laatste matrix een
determinant bevat).
MatAns → Mat
α
Hierin is
α
de naam van een variabele (A tot Z). Deze handeling heeft geen invloed op de
inhoud van het geheugen voor de laatste matrix.
1 –2
–3 4
–1 +
i
1 +
i
1 +
i
–2 + 2
i