User Manual

6-26
ANOVA verifieert de hypothese volgens welke voorwaarde de gemiddelden van de
populaties van steekproeven gelijk zijn als er meerdere steekproeven bestaan. Deze test kan
bijvoorbeeld gebruikt worden om te onderzoeken of verschillende combinaties van materialen
wel of geen effect hebben op de kwaliteit en de duurzaamheid van een product.
One-Way ANOVA is een eendimensionale variantieanalyse met één onafhankelijk en één
afhankelijke variabele.
Two-Way ANOVA is een tweedimensionale variantieanalyse met twee onafhankelijke
variabelen en één afhankelijke variabele.
De verschillende methodes van statistische berekeningen die refereren aan bovenstaande
tests worden hierna uitgelegd. Alle bijzonderheden over de principes en de terminologie van
de statistiek zijn terug te vinden in handleidingen over statistiek.
Druk in het beginscherm van de modus STAT op 3(TEST) om het testmenu op te roepen.
Dit menu bevat de volgende opties.
3(TEST) 1(Z) ...
Z -tests (pagina 6-26)
2(t) ...
t -tests (pagina 6-29)
3(CHI) ... χ
2
-test (pagina 6-32)
4(F) ...
F -test op 2 steekproeven (pagina 6-34)
5(ANOV) ... ANOVA (pagina 6-35)
Na het instellen van alle parameters, gebruikt u c om “Execute” aan te klikken, en drukt u op
een van de volgende functietoetsen om de berekening uit te voeren of de grafiek te tekenen.
1(CALC) ... Voert de berekening uit.
6(DRAW) ... Tekent de grafiek.
De instellingen voor het weergavevenster (V-Window) worden automatisch geoptimaliseerd
om de grafiek te tekenen.
k Z -tests
u Functies van Z -tests
Na het tekenen van de resultaatgrafiek van een Z -test kunt u de volgende functies voor het
onderzoek van een grafiek uitvoeren.
1(Z) ... Weergave van z -score.
Als u druk op 1(Z), verschijnt de z -score onder op het scherm. De cursor wordt weergegeven
op de overeenkomstige plaats in de grafiek (tenzij die buiten het scherm valt).
Twee punten worden weergegeven voor een test met twee grenzen. Gebruik d en e om de
cursor te verplaatsen
2(P) ... Weergave van p -waarde.
Druk op 2(P) om de p -waarde weer te geven onder op het scherm zonder de cursor weer te
geven.
Als u een analysefunctie uitvoert, worden de z en p -waarden automatisch opgeslagen in de
respectieve lettervariabelen Z en P.