User Manual
12-2
Druk op J of !J(QUIT) om terug te keren naar het eerste SYSTEM modusscherm.
k Systeemtaal instellen
Met de optie LANG kunt u bepalen in welke taal ingebouwde toepassingen worden weergegeven.
u De berichttaal kiezen
1. Druk in het beginscherm van de modus SYSTEM op 3(LANG) om het keuzescherm
Message Language weer te geven.
2. Kies de gewenste taal met de cursortoetsen f en c, en druk vervolgens op 1(SEL)
om de gewenste taal te kiezen.
3. De pop up verschijnt als u de taal gebruikt die u hebt geselecteerd. Controleer de inhoud en
druk dan op J.
4. Druk op J of !J(QUIT) om terug te keren naar het eerste SYSTEM modusscherm.
u Om het taalmenu te kiezen
1. Druk in het beginscherm van de modus SYSTEM op 3(LANG) om het keuzescherm
Message Language weer te geven.
2. Druk op 6(MENU).
3. Kies de gewenste taal met de cursortoetsen f en c, en druk vervolgens op 1(SEL)
om de gewenste taal te kiezen.
4. De pop up verschijnt als u de taal gebruikt die u hebt geselecteerd. Controleer de inhoud en
druk dan op J.
• Druk op 6(MSG) om terug te keren naar het keuzescherm Message Language.
5. Druk op J of !J(QUIT) om terug te keren naar het eerste SYSTEM modusscherm.
k Versielijst
Gebruik VER (versie) om de versie van het besturingssyteem weer te geven. U kunt ook de
gewenste gebruikersnaam registreren.
u Versiegegevens bekijken
1. Druk in het beginscherm van de modus SYSTEM op 4(VER) om de versielijst weer te
geven.
2. Gebruik f en c om in het scherm te bladeren. De inhoud van de lijst wordt hieronder
weergegeven.
- Versie van het besturingssysteem
- Add-in toepassingsnamen en versies (alleen de geïnstalleerde add-ins worden weergegeven)
- Taal en versie van de berichten
- Taal en versie van de menu’s
- Gebruikersnaam
3. Druk op J of !J(QUIT) om terug te keren naar het eerste SYSTEM modusscherm.