User Manual

8-7
Tekens naam programma Tekens naam tekstbestand
Voorloop-/nalooppunten _p_
× _x_
÷ _d_
+ _+_
_-_
De volgende kopgegevens worden aan het tekstbestand toegevoegd wanneer u een
programma naar een tekstbestand converteert.
‘Program Mode: RUN (RUN-modusprogramma)
‘Program Mode: BASE (BASE-modusprogramma)
Wanneer een tekstbestand met bovenstaande kopgegevens naar een programma
wordt geconverteerd, dan is het resultaat een programma van de in de kopgegevens
opgegeven modus. De regel met kopgegevens wordt niet in het geconverteerde programma
opgenomen.
Wanneer een programma naar een tekstbestand wordt geconverteerd, worden alle
wetenschappelijke functieopdrachten die specifiek zijn voor de CASIO-rekenmachine, in het
programma vervangen door speciale overeenkomstige tekenreeksen. Omgekeerd worden bij
de conversie van een tekstbestand naar een programma de speciale tekenreeksen omgezet
naar overeenkomstige opdrachten. Zie voor meer informatie over programmaopdrachten
en de bijbehorende speciale tekenreeksen “Wetenschappelijke CASIO-specifieke
functieopdrachten Tekstconversietabel” (pagina
8-46).
u Een programma converteren naar een tekstbestand
1. In de lijst met programma’s verplaatst u de markering met f en c naar de naam van het
programma dat u naar een tekstbestand wilt converteren.
2. Druk op 6( g) 3(SV
AS).
Hierdoor wordt de conversie naar een tekstbestand begonnen. Als de conversie is voltooid
verschijnt de melding “Complete!”. Om de melding te sluiten drukt u op J.
Het resulterende tekstbestand wordt opgeslagen in de PROGRAM-map van het
geheugen onder een naam die in principe gelijk is aan die van het originele bestand, met
uitzondering van bepaalde speciale tekens. Zie voor meer informatie over uitzonderingen
voor speciale tekens “Regels voor converteren van programma’s en tekstbestanden”
(pagina 8-6).
Belangrijk!
Een met een wachtwoord beveiligd programma kan niet in een tekstbestand worden omgezet.
u Automatische conversie van tekstbestanden naar programmas
Als u de USB-verbinding tussen de rekenmachine en de computer beëindigt, worden alle
tekstbestanden die tijdens de verbinding van de computer naar het Opslaggeheugen\
@MainMem\PROGRAM\ werden overgezet, automatisch geconverteerd naar programma’s en
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de rekenmachine.
Zie voor meer informatie “Gegevens tussen de rekenmachine en een computer overdragen”
(pagina 13-4).