User manual - GRAPH95_75_35+_25+Pro_Soft
5-3030
Voorbeeld  Teken de raaklijn aan (2, 0) in de grafiek voor y = x (x + 2)(x – 2). 
 K GRAPH
 (V-WIN)(INIT))
 K(SET UP) AAAAAAAA*(
)) 
* GRAPH 25+ Pro: AAAAAAA
 (TYPE)(Y=)TTAT_
AU
 (DRAW)
 (SKTCH)(Tang)
 C~CU*
1
*
1
 U kunt een raaklijn tekenen door de cursor “ ” te verplaatsen en te drukken op U.
12. Functieanalyse
I Coördinaten op lijnstukken van een grafiek aflezen
Met de functie Trace kunt u een cursor langs de grafiek verplaatsen en de coördinaten op het 
scherm aflezen.
1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH.
2. Teken de grafiek.
3. Druk op (TRCE) om een cursor midden in de grafiek weer te geven.*
1
4. Gebruik B en C om de cursor langs de grafiek te 
verplaatsen naar het punt waar u de afgeleide wilt 
weergeven. 
  Als meerdere grafieken op het scherm staan, drukt u 
op D en A om ertussen te bewegen langs de 
x-as 
van de huidige cursorpositie.
5. U kunt de cursor ook verplaatsen door te drukken op T om het pop-up-venster te openen 
en de coördinaten in te voeren. 
  Het pop-up-venster wordt ook weergegeven als u de coördinaten rechtstreeks invoert. 
Druk op (TRCE) om de functie Trace uit te voeren.
*
1
 De cursor is niet zichtbaar op de grafiek als die buiten het weergavegebied van de grafiek 
staat of als de foutmelding wordt weergegeven.
• U kunt de weergave van de coördinaten op de cursorpositie uitschakelen door “Off” te kiezen 
voor de optie “Coord” in het configuratiescherm.
• Hieronder ziet u hoe coördinaten worden weergegeven voor elk voorschrifttype.
  Grafiek met poolcoördinaten
  Grafiek met een voorschrift waarin 
x en y afhangen 
van een parameter
  Grafische voorstelling van een ongelijkheid










