User Manual
2-54
Voorbeeld 3 Voor het bepalen van het product van de matrix en vector die hieronder
zijn weergegeven (Mat A × Vct B)
Mat A = Vct B =
K2(MAT)1(Mat)
av(A)*6(g)6(g)
1(Vct)al(B)w
• Wanneer u twee vectoren optelt of aftrekt, moeten ze allebei dezelfde afmetingen hebben.
• Wanneer u Vct A (1 ×
n) en Vct B (m × 1) vermenigvuldigt, moeten n en m dezelfde zijn.
u Dotproduct [OPTN]-[MAT]-[DotP]
Voorbeeld Het dotproduct van de twee onderstaande vectoren bepalen
Vct A = [ 1 2 ] Vct B = [ 3 4 ]
K2(MAT)6(g)6(g)
2(DotP)1(Vct)av(A),
1(Vct)al(B))w
u Kruisproduct [OPTN]-[MAT]-[CrsP]
Voorbeeld Om het kruisproduct van de twee onderstaande vectoren te bepalen
Vct A = [ 1 2 ] Vct B = [ 3 4 ]
K2(MAT)6(g)6(g)
3(CrsP)1(Vct)av(A),
1(Vct)al(B))w
u Hoek gevormd door twee vectoren [OPTN]-[MAT]-[Angle]
Voorbeeld Voor het bepalen van de hoek die door twee vectoren wordt gevormd
Vct A = [ 1 2 ] Vct B = [ 3 4 ]
K2(MAT)6(g)6(g)
4(Angle)1(Vct)av(A),
1(Vct)al(B))w
1 2
2 1
1
2