User Manual

2-47
In alle volgende voorbeelden wordt ervan uitgegaan dat de gegevens van de gebruikte
matrices reeds in het geheugen zijn opgeslagen.
u Rekenkundige bewerkingen met matrices [OPTN] - [MAT] - [Mat]/[Iden]
Voorbeeld 1 Tel matrix A en matrix B op (Matrix A + Matrix B):
AK2(MAT) 1(Mat) av(A) +
1(Mat) al(B) w
Voorbeeld 2 Vermenigvuldig de twee matrices uit voorbeeld 1 met elkaar (Matrix A ×
Matrix B)
AK2(MAT) 1(Mat) av(A) *
1(Mat) al(B) w
De twee matrices moeten dezelfde dimensies hebben om ze te kunnen optellen of aftrekken.
Als dat niet het geval is, verschijnt een foutmelding.
Voor een vermenigvuldiging (Matrix 1 × Matrix 2) moet het aantal kolommen in Matrix 1 gelijk
zijn aan het aantal rijen in Matrix 2. Als dat niet het geval is, verschijnt een foutmelding.
u Determinant [OPTN] - [MAT] - [Det]
Voorbeeld Bereken de determinant van de volgende matrix:
Matrix A =
1 2 3
4 5 6
−1 −2 0
K2(MAT) 3(Det) 1(Mat)
av(A) w
Alleen van een vierkante matrix kan de determinant berekend worden (hetzelfde aantal rijen
en kolommen). Als u probeert de determinant voor een niet-vierkante matrix te berekenen,
verschijnt een foutmelding.
De determinant van een 2 × 2 matrix wordt als volgt berekend.
| A | =
a
11
a
12
=a
11
a
22
–a
12
a
21
a
21
a
22
De determinant van een 3 × 3 matrix wordt als volgt berekend.
= a
11
a
22
a
33
+ a
12
a
23
a
31
+ a
13
a
21
a
32
– a
11
a
23
a
32
– a
12
a
21
a
33
– a
13
a
22
a
31
a
11
a
12
a
13
a
21
a
22
a
23
a
31
a
32
a
33
|A| =
A =
1 1
2 1
2 3
2 1
B =