User Manual

1-31
8. Werken met het configuratiescherm
In elke modus is er een scherm waarin u de actuele instellingen (= configuratie) voor die
modus kunt nakijken en eventueel wijzigen. Dit scherm is het configuratiescherm. De
configuratie van een modus kunt u als volgt aanpassen.
u De configuratie van een modus veranderen
1. Kies het gewenste pictogram en druk op w om in het normale werkscherm van die modus
te komen. Hier is dat de modus RUN • MAT (of RUN) .
2. Druk nu op !m(SET UP) om het configuratiescherm
van de gekozen modus weer te geven.
Dit configuratiescherm is maar een voorbeeld. Naar
gelang van de gekozen modus en de actuele instelling
kan een ander scherm verschijnen.
3. Gebruik de cursortoetsen f en c om de parameter aan te klikken waarvan u de
instelling wilt veranderen.
4. Druk nu op een functietoets (van 1 tot 6) die onder de gewenste instelling staat.
5. Nadat u de nodige veranderingen hebt aangebracht, drukt u op J om het
configuratiescherm te sluiten.
k Bewerken van een configuratiescherm met behulp van de
functietoetsen
In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen u met de functietoetsen in het
configuratiescherm kunt activeren.
geeft de standaardinstelling aan.
Itemnamen hieronder gemarkeerd met een sterretje (*) zijn niet inbegrepen in de
GRAPH25+ E
II.
u Input/Output* (invoer/uitvoer modus)
{ Math } / { Line }
... {Math}/{Linear} invoer/uitvoer modus
u Mode (modus van de basisberekeningen/twee-, acht-, tien- en zestientallig
talstelsel)
{ Comp } ... {algemene rekenmodus}
{Dec}/{Hex}/{Bin}/{Oct} ... {tientallig}/{zestientallig}/{tweetallig}/{achttallig}
u Frac Result (weergaveformaat resultaat breukwaarde)
{ d/c } / { ab/c } .... {onechte}/{gemengde} breuk