User Manual
11-5
• Wanneer u een map selecteert die in een map op niveau 3 is opgeslagen en deze
vervolgens verwijdert (pagina 11-8), wordt de geselecteerde map (op niveau 4) en alles in
die map verwijderd.
u Een map hernoemen
1. Selecteer in het informatievenster van het opslaggeheugen de map die u wilt hernoemen.
2. Druk op 5(RN
• F) om het scherm te openen om de map te hernoemen.
3. Voer maximaal acht karakters in voor de naam die u aan
de map wilt geven.
• U mag alleen de volgende karakters gebruiken: A tot Z, {, }, ’, ~, 0 tot 9
Als u een ongeldig karakter invoert verschijnt de foutmelding “Invalid Name”.
• De foutmelding “Invalid Name” wordt ook weergegeven als de ingevoerde naam reeds
door een bestaand bestand wordt gebruikt.
• Als u de aanmaak van de map wilt annuleren, drukt u op J.
4. Druk op w om de map te hernoemen en terug te keren
naar het informatiescherm van het opslaggeheugen.
k Gegevens selecteren
• Druk op 1(SEL) om het aangeklikte item te selecteren. Dit item wordt aangeduid door de
zwarte selectie-aanwijzer ( ) die ernaast staat. Als u nogmaals drukt op 1(SEL), wordt de
selectie van het item opgeheven en verdwijnt de selectie-aanwijzer.
• Desgewenst kunt u meerdere bestanden selecteren.
1(SEL)
• Als u een groep of map selecteert, wordt de volledige inhoud ervan ook geselecteerd. Als u
de selectie van een groep of map opheft, wordt de selectie van de bijbehorende inhoud ook
ongedaan gemaakt.
→
←
w
→