User Manual
5-15
4 !4(SKTCH)1(Cls)w
5(GRPH)3(Param)
5 xcv-ccd.fv,
xsv-csd.fvw
u Een grafiek maken van een integratie
Uw rekenmachine kan een grafiek maken van een functie waarbij een integratie wordt
berekend.
De resultaten van de berekening worden linksonder in de hoek van het scherm weergegeven,
waarbij het integratiegebied is ingevuld.
Voorbeeld Een grafiek maken van de integratieformule
1
–2
∫
(x + 2)(x – 1)(x – 3) dx
Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster.
Xmin = −4, Xmax = 4, Xscale = 1
Ymin = −8, Ymax = 12, Yscale = 5
Selecteer in het configuratiescherm “Y=” bij “Func Type”.
1 m RUN
•
MAT (of RUN)
2 !m(SET UP) 2(Line)ccc*1(Y=)J
* GRAPH25+ E
II: cc
3 !3(V-WIN) -ewewbwc
-iwbcwfwJ
4 !4(SKTCH)1(Cls)w
5(GRPH)5(G·
dx)
5 (v+c)(v-b)
(v-d),-c,bw
k Meerdere grafieken op hetzelfde scherm tekenen
Ga als volgt te werk om diverse waarden toe te kennen aan een variabele in een voorschrift
en de bijbehorende grafieken op het scherm te overschrijven.
1. Kies in het hoofdmenu de modus GRAPH.
2. Wijzig in het configuratiescherm de instelling voor “Dual Screen” in “Off”.
3. Stel het weergavevenster in (V-Window).
4. Geef het voorschrifttype op en voer het voorschrift in. De syntax voor de invoer van het
voorschrift is de volgende:
Voorschrift met één variabele ,!+( [ ) variabele !.(=)
waarde , waarde , ... , waarde !-( ] )
5. Teken de grafiek.