Software Gebruiksaanwijzing

Table Of Contents
6-6
Om de waarnemingsgetallen weer te geven die sterk
afwijken, kiest u eerst “MedBox” als grafiektype. Vervolgens
activeert u op het scherm om de grafiek te tekenen de optie
“Outliers”, en vervolgens tekent u de grafiek.
Door de “Q1Q3 Type” instelling in het configuratiescherm te veranderen, kuinnen de posities
Q1 en Q3 mogelijk wijzigen, zelfs als een mediaan-verdelings-diagram is getekend met een
enkele lijst als basis.
k Staafdiagram
U kunt tot drie lijsten specificeren voor het tekenen van een staafdiagram. Het diagram wordt
gelabeld met [1], [2], [3], enzovoorts, overeenkomstig de regels 1, 2, 3, enzovoorts van de lijst
die wordt gebruikt voor de diagramgegevens.
Het volgende heeft een fout tot gevolg en zal het tekenen van een staafdiagram annuleren.
- Er treedt een “Condition ERROR” op als het tekenen van meerdere diagrammen is
geselecteerd in het diagram Aan/Uit-scherm (pagina 6-3), en staafdiagram is geselecteerd
voor één van de andere diagrammen en een ander diagramtype is geselecteerd voor een
ander diagram.
- Er treedt een “Dimension ERROR” op als u een diagram tekent met twee of drie
gespecificeerde lijsten en als deze lijsten een verschillend aantal lijstelementen hebben.
- Er treedt een “Condition ERROR” op als lijsten zijn toegewezen aan Data1 en Data3, terwijl
“None” voor Data2 is gespecificeerd.
k Tekenen van een normale verdelingskromme
Een normale verdelingskromme wordt getekend met behulp
van de normale verdelingsfunctie.
Via XList geeft u aan in welke lijst de waarnemingsgetallen
worden ingevoerd; met Freq bepaalt u in welke lijst de
frequentiewaarden worden ingevoerd. Als geen frequentie
is opgegeven, geeft u 1 op voor Freq.
k Tekenen van een frequentiepolygoon
Een frequentiepolygoon wordt gevormd doordat de punten van de grafiek bepaald door de
waarnemingsgetallen en de frequentie, met lijnstukken verbonden worden.
Via XList geeft u aan in welke lijst de waarnemingsgetallen worden ingevoerd; met Freq
bepaalt u in welke lijst de frequentiewaarden worden ingevoerd. Als geen frequentie is
opgegeven, geeft u 1 op voor Freq.