GRAPH35+ E (Versie 2.10) Software Gebruiksaanwijzing
6-20
1. Druk na het tekenen van een regressiegrafiek op !5(G-SLV) 1(Y-CAL) om de modus
voor het kiezen van de grafiek op te roepen, en druk daarna op w.
Als meerdere grafieken op het scherm staan, gebruikt u f en c om de gewenste grafiek
te selecteren, en drukt u vervolgens op w.
• Er wordt een dialoogvenster geopend waar u de
x -
waarde kunt invoeren.
2. Voer de gewenste
x -waarde in en druk vervolgens op w.
• Hierdoor verschijnen de coördinaten voor
x en y onder
op het scherm, en gaat de cursor naar het
overeenkomstige punt op de grafiek.
3. Drukt u nu op v of op een cijfertoets, dan verschijnt het invoervenster voor de
x -waarde
opnieuw, zodat u een andere geschatte waarde kunt berekenen.
• De cursor verschijnt niet wanneer de berekende coördinaten de weergavecapaciteit
overschrijden.
• De coördinaten worden niet weergegeven als “Off” is opgegeven voor de optie “Coord” in
het configuratiescherm.
• U kunt de functie Y-CAL ook gebruiken met een grafiek die met DefG is getekend.
u De regressieformule kopiëren vanuit het scherm met de resultaten van de
regressieberekening
Met de normale functie om regressieformules te kopiëren, kunt u het resultaat van de
regressieberekening kopiëren na het tekenen van een statistische grafiek (bijvoorbeeld
Scatter Plot). In de modus STAT hebt u ook een functie om de regressieformule te kopiëren
die het resultaat van de regressieberekening is. Druk op 6(COPY) om de resulterende
regressieformule te kopiëren.
k Berekening van geschatte waarden (
,
)
Nadat u een diagram hebt getekend met de STAT modus, kunt u de RUN • MAT (of RUN )
modus gebruiken om geschatte waarden te berekenen voor de x en y parameters van de
regressiediagrammen.