Software Gebruiksaanwijzing
2-3434
• {d}/{h}/{b}/{o} ... {tientallig}/{zestientallig}/{tweetallig}/{achttallig}
S Getallen uit verschillende talstelsels invoeren
Voorbeeld Voer 12310, in als het zestientallig talstelsel is ingesteld
K(SET UP)
Selecteer “Modus”, en druk op
(Hex)).
(d~o)(d)@ABU
I Tegengestelden en logische bewerkingen
Als één van de talstelsels is ingesteld, drukt u op (LOG) om een menu met tegengestelden
en logische operatoren op te roepen.
• {Neg} ... {tegengestelde}*
1
• {Not}/{and}/{or}/{xor}/{xnor} ... {NOT}*
2
/{AND}/{OR}/{XOR}/{XNOR}*
3
*
1
Complement van twee
*
2
Complement van een (complement: en bit)
*
3
AND: een bit, OR: een bit, XOR: een bit, XNOR: een bit
S Tegengestelde
Voorbeeld Bepaal het tegengestelde van 1100102
K(SET UP)
Selecteer “Modus”, en druk op
(Bin)).
(LOG)(Neg)
@@??@?U
• Een tegengesteld getal wordt in deze talstelsels voorgesteld door het 2-complement te
nemen van het gegeven getal en het resultaat in het oorspronkelijke talstelsel om te zetten.
In het tientallige talstelsel worden tegengestelde getallen weergegeven met een minteken.
S Logische bewerkingen
Voorbeeld Voer in en laat uitvoeren “12016 and AD16”
K(SET UP)
Selecteer “Modus”, en druk op
(Hex)).
@A?(LOG)
(and) #U