Software Gebruiksaanwijzing
2-2222
• Er doet zich een fout voor als simplificatie niet kan worden uitgevoerd met de specifieke
deler.
• Uitvoeren van Simp als een waarde die niet kan worden vereenvoudigd wordt
weergegeven, doet terugkeren naar de oorspronkelijke waarde, zonder weergave van “F=”.
I Berekenen van een nulpunt (Solve) [OPTN]-[CALC]-[Solve]
Deze commando’s kunt u nulpunten berekenen. De syntax di e u moet gebruiken is de
volgende:
Solve(
f(x), n, a, b) (a: ondergrens, b: bovengrens, n: waarde van de initiële benadering)
Twee verschillende mogelijkheden kunt u gebruiken om een nulpunt van een functie te
berekenen: de directe invoer en de invoer via een (variabelen) tabel.
Met de directe invoer voert u zelf de waarden van de variabelen in. Deze mogelijkheid wordt
ook gebruikt in de modus PRGM om een nulpunt van een functie te berekenen.
De invoer via een (variabelen) tabel wordt gebruikt in de modus EQUA. In de meeste gevallen
is het aangeraden om nulpunten van een functie op deze manier te berekenen.
Wanneer de oplossing niet convergent is, verschijnt een foutmelding (time-out).
Meer informatie over berekeningen van het nulpunt (Solve) vindt u op pagina 4-4.
• U kunt geen formule voor de berekening van een tweede afgeleide, van een bepaalde
integraal, van een sommatie (3), van een extremum (maximum/minimum), van een nulpunt
(Solve), gebruiken als term voor een van de bovenvermelde functies.
• Drukt u op tijdens het berekenen van een nulpunt (Solve) (u ziet de cursor dan niet op
het scherm), dan wordt de berekening onderbroken.
I Oplossen van f(x) Functie [OPTN]-[CALC]-[SolvN]
U kunt SolvN gebruiken om een functie
f(x) op te lossen met numerieke analyse. Dit is de
invoersyntaxis.
SolveN (linkerkant [=rechterkant] [,variabele] [, ondergrens, bovengrens])
• De rechterkant, variabele, ondergrens en bovengrens mogen worden weggelaten.
• “linkerkant [=rechterkant]” is de expressie die moet worden opgelost. Ondersteunde
variabelen zijn A tot Z,
r, en
Q
. Als de rechterkant wordt weggelaten, wordt de oplossing
bereikt door de rechterkant te beschouwen als = 0.
• De variabele bepaalt de variabele in de expressie die wordt opgelost voor (A tot Z,
r,
Q
). Door
een variabele weg te laten wordt X gebruikt als de variabele.
• De ondergrens en bovengrens bepalen het interval van de oplossing. U kunt een waarde of
een expressie invoeren als het interval.
• De volgende functies kunnen niet binnen de argumenten worden gebruikt.
Solve(,
d
2
/dx
2
, FMin(, FMax(, 3(
Het formaat ListAns kant tegelijkertijd tot 10 resultaten weergeven.
• Het bericht “No Solution” wordt weergegeven als er geen oplossing is.
• Het bericht “More solutions may exist.” wordt weergegeven als er meerdere oplossingen
bestaan dan degene weergegeven door SolvN.