Software Gebruiksaanwijzing
2-88
S Een voorschrift opslaan
Voorbeeld Sla de uitdrukking (A+B) (A–B) op in het geheugen van de functietoets 1
?T(A)?J(B)
?T(A)?J(B)
*(E)(E)(FMEM)*
(STO)@U
* GRAPH 25+ Pro
: (FMEM)
)))
• Is er reeds een uitdrukking opgeslagen in het geheugen van een functietoets en kent u
opnieuw een uitdrukking toe aan datzelfde geheugen, dan wordt de oude uitdrukking gewist
en de nieuwe opgeslagen.
• U kunt ook gebruik maken van ? om een functie op te
slaan in het functiegeheugen in een programma. In dit geval
moet u de functie schrijven tussen dubbele aanhalingstekens.
S Een voorschrift oproepen
Voorbeeld Roep de functie opgeslagen in het geheugen van functietoets 1 opnieuw
op
*(E)(E)(FMEM)*
(RCL)@U
* GRAPH 25+ Pro
: (FMEM)
• De opgeroepen functie verschijnt op de plaats waar de cursor zich bevond.
S Een functie als variabele oproepen
B??T(A)U
@??J(B)U
*(E)(E)(FMEM)*(fn)
@AU
* GRAPH 25+ Pro
: (FMEM)
S De lijst met de opgeslagen functies weergeven
*(E)(E)(FMEM)*
(SEE)
* GRAPH 25+ Pro
: (FMEM)