Software Gebruiksaanwijzing

2-66
verschijnen. Als dat gebeurt, is elke andere handeling onmogelijk. U vindt meer informatie over
fouten in de “Lijst met mogelijke foutmeldingen” op pagina A-1.
Als een foutmelding verschijnt, zijn de meeste toetsen van de rekenmachine niet meer actief.
Druk op ) om de fout op te heffen en de normale werking verder te zetten.
I Geheugencapaciteit
Elke keer als u op een toets drukt, worden één byte of twee bytes geheugenruimte gebruikt.
Voor de volgende functies is één byte nodig: @, A, B, sin, cos, tan, log, In, , en P.
Er zijn ook functies die twee bytes geheugenruimte gebruiken, zoals d/dx(, Mat, Xmin, If, For,
Return, DrawGraph, SortA(, PxIOn, Sum, en
a
n
+1
.
Het benodigde aantal bytes om functies en commando’s in te voeren in de Lineaire invoer/
uitvoer modus is anders dan in de Math invoer/uitvoer modus. Voor details over het aantal
benodigde bytes voor elke functie in de Math invoer/uitvoer modus, zie pagina 1-10.
2. Speciale functies
I Berekeningen met variabelen
Voorbeeld Invoer Weergave
193.2??T(A)U
193.2
193,2 ÷ 23 = 8,4
?T(A)23U
8.4
193,2 ÷ 28 = 6,9
?T(A)28U
6.9
I Geheugen
S Variabelen (alfa-geheugen)
Dit toestel kan in 28 variabelen getallen opslaan om ze in berekeningen te gebruiken. U kunt
variabelen gebruiken om waarden op te slaan die u wenst te gebruiken in berekeningen.
Variabelen worden benoemd met letters uit het alfabet (a tot z), plus r en
Q
. In de variabelen
kunnen getallen worden opgeslagen die (in wetenschappelijke schrijfwijze) een mantisse
hebben met ten hoogste 15 cijfers en een exponent met ten hoogste 2 cijfers.
De inhoud van de variabelen blijft ook behouden als u het toestel uitschakelt.
S Waarde aan een variabele toekennen
[waarde] ? [naam van de variabele] U
Voorbeeld 1 Ken 123 toe aan de variabele A
@AB??T(A)U