Software Gebruiksaanwijzing

5-3232
I Berekenen van nulpunten
Deze functie biedt diverse methoden om grafieken te onderzoeken.
1. Kies in het hoofdmenu de modus GRAPH.
2. Teken de grafieken.
3. Selecteer de functie voor het onderzoek van de grafiek.
(G-SLV) (ROOT) ... Berekenen van nulpunten
(MAX) ... Plaatselijke maximale waarden
(MIN) ... Plaatselijke minimale waarden
(Y-ICPT) ... Afgesneden stuk op de
y-as
(ISCT) ... Snijpunten van twee grafieken
(E)(Y-CAL) ...
y-coördinaat voor een gegeven x-coördinaat
(E)(X-CAL) ...
x-coördinaat voor een gegeven y-coördinaat
(E)(°
dx) ... De bepaalde integraal met gegeven grenzen
4. Als meerdere grafieken op het scherm staan, gaat de selectiecursor (I) naar de grafiek
met het kleinste nummer. Druk op D en A om de cursor te plaatsen op de grafiek die u
wilt selecteren.
5. Druk op U om de grafiek op de cursorpositie te selecteren en de waarde van het
onderzoek weer te geven.
Als een onderzoek meerdere waarden oplevert, drukt u op C om de volgende waarde te
berekenen. Druk op B om naar de vorige waarde terug te keren.
Het volgende kan een slechte nauwkeurigheid tot gevolg hebben, of het verkrijgen van een
oplossing onmogelijk maken.
- Als de grafiek van de verkregen oplossing een raakpunt is met de
x-as
- Als de oplossing een buigpunt is.
I Het snijpunt van twee grafieken berekenen
Voer de volgende stappen uit om het snijpunt van twee grafieken te berekenen.
1. Teken de grafieken.
2. Druk op (G-SLV)(ISCT). Als drie of meer grafieken op het scherm staan, gaat de
selectiecursor (I) naar de grafiek met het kleinste nummer.
3. Druk op D en A om de cursor te plaatsen op de grafiek die u wilt selecteren.
4. Druk op U om de eerste grafiek te selecteren. De vorm van de cursor verandert dan van
I in
R
.
5. Druk op D en A om de cursor te plaatsen op de tweede grafiek.
6. Druk op U om het snijpunt voor de twee grafieken te berekenen.