User Manual

20060601
6-9
Werken met Animaties
12. Om het animatietabelscherm te verlaten, druk op ).
13. Om het metingvenster te sluiten, druk tweemaal op ).
Opmerking
U kunt maximaal 26 kolommen aan de animatietabel toevoegen.
In plaats van stappen 4 tot en met 6 in de bovengenoemde procedure, kunt u ook een van
de volgende bewerkingen gebruiken om een kolom aan de animatietabel toe te voegen:
(Animate) – 7:Add Table of @.
S Weergeven van de animatietabel
Voor weergave van de door u gegenereerde animatietabel met de procedure onder
"Toevoegen van kolommen aan de animatietabel", voer de volgende bewerking uit:
(Animate) – 8:Display Table.
S Opslaan van een animatietabel kolom op een lijst
1. Geeft de animatietabel weer.
2. Gebruik B en C om het gemarkeerde naar de kolom te bewegen die u als datalijst wilt
bewaren.
3. Druk op (STO)(LIST).
Dit geeft een dialoogvenster weer voor het specificeren het getal van de lijst waar u de
kolom wilt bewaren.
4. Voer het lijstnummer in als een integer van 1 tot 26 en druk vervolgens op U.
Voor details over lijst data, zie "Hoofdstuk 3 Lijsten" in de handleiding die bij de
rekenmachine geleverd wordt.
S Opslaan van een volledige animatietabel als spreadsheet data
1. Geeft de animatietabel weer.