User Manual

20060601
5-2
Gebruik van het Metingvenster
De volgende tabel beschrijft de informatie die verschijnt wanneer u elk pictogram markeert,
en legt uit wanneer elk pictogram beschikbaar is voor selectie.
Pictogram Pictogram Naam
Dit pictogram
verschijnt wanneer dit
geselecteerd is:
Het markeren van dit
pictogram geeft weer:
Vergrendelbaar
Coordinaten Een enkel punt
Coordinaten van het
punt
Ja
Afstand/lengte
Twee punten op
een object of twee
verschillende
objecten, of een
enkel lijnstuk of een
vector
Afstand tussen twee
punten, lengte van
een lijnstuk of vector
Ja
Helling
Enkele lijn, straal,
lijnstuk, of vector
Helling van de lijn,
straal, lijnstuk of
vector
Ja
Vergelijking
Elke enkele lijn of
lijnstuk, straal, cirkel,
of boog
Functie van
het object
(gebruikmakend
van rechthoekige
coordinaten)
Nee
Uitdrukking
Een enkele
uitdrukking
("EXPR=" object)
Rekenformule Nee
Vector Een enkele vector Vector componenten Ja
Straal
Een enkele cirkel of
boog
Straal van een cirkel
of boog
Ja
Omtrek
Een enkele cirkel of
boog
Lengte van de
omtrek
Nee
*3
Perimeter
Een enkele veelhoek
Som van de lengtes
van de zijden
Nee
Oppervlakte
Elke drie punten,
een enkele cirkel,
boog, of veelhoek
Oppervlakte Nee
*3
Hoek
*1
Twee lijnen,
lijnstukken, stralen,
of vectoren
*2
in elke
combinatie
Hoek en zijn
supplement
gevormd door de
twee objecten
Ja
Supplementaire
Hoek
*1
Raaklijn
Twee cirkels of
bogen, lijn en cirkel,
of een lijn en boog
Of de twee punten
raaklijnen zijn
Ja
*1
De hoek en supplementaire hoek wordt altijd weergegeven in graden.
*2
Wanneer twee vectoren geselecteerd zijn, is de hoek die geen hoek is wiskundig gevormd
door de twee vectoren. Het toont slechts de eenvoudige hoek die gevormd zou worden als
de vectoren twee lijnen waren.
*3
De cirkel zelf kan vergrendeld worden.