User Manual

20060601
2-16
Tekenen en Bewerken Objecten
4. Nadat de waarden zijn zoals u wilt, druk op U.
Dit voert parallelverschuiving uit van het object door de afstand gespecificeerd door de
waarden die u invoert in stap 3.
Opmerking
Als u alleen een deel van een object selecteert voordat stap 2 van de bovengenoemde
procedure wordt uitgevoerd, zal alleen het geselecteerde deel worden verschoven.
S Een object verschuiven gebruikmakend van een bestaande vector
1. Teken het object dat u wilt verschuiven. Hier gebruiken we een driehoek. Vervolgens,
teken de vector die u wilt gebruiken voor parallelle verschuiving.
2. Voer de volgende bewerking uit:bewerking uit: uit: (Transform) – 3:Trans(Sel Vec).
Dit laat de boodschap "Select Vector" verschijnen.
3. Beweeg de pointer dicht naar de vector die u wilt gebruiken voor parallelle verschuiving.
Beweeg de pointer naar de vector totdat : tekens erop verschijnen.