Operation Manual

20050301
•Als u probeert een berekening uit te voeren waardoor de geheugencapaciteit wordt
overschreden (Memory ERROR).
•Als er een commando wordt gebruikt dat een argument nodig heeft, zonder dat er een
argument wordt ingevoerd (Argument ERROR).
•Als u probeert een niet-toegelaten dimensie te gebruiken bij berekeningen met matrices
(Dimension ERROR).
Als u in de modus REAL probeert een berekening uit te voeren die een resultaat met een
complex getal geeft. Merk op dat “Real” wordt geselecteerd voor de instelling Complex
Mode in het configuratiescherm (Non-Real ERROR).
k Geheugencapaciteit
Elke keer als u op een toets drukt in de invoermodus LINEAR, worden één byte of twee bytes
geheugenruimte gebruikt. Voor de volgende functies is één byte nodig: b, c, d, sin, cos,
tan, log, In, , en π. Er zijn ook functies die twee bytes geheugenruimte gebruiken,
zoals d/dx(, Mat, Xmin, If, For, Return, DrawGraph, SortA(, PxIOn, Sum, en an+1.
Meer informatie over het aantal vereiste bytes geheugenruimte voor elke functie in de
invoermodus MATH vindt u op pagina 1-3-9.
2-1-6
Basisberekeningen
#Als u getallen of commando’s invoert, dan
beginnen die vanaf links op het scherm te
verschijnen. Resultaten worden echter aan
de rechterkant weergegeven.
#In- en uitgevoerde getallen kunnen geschreven
worden met hoogstens 15 cijfers voor de
mantisse en 2 cijfers voor de exponent.
Inwendig rekent het toestel met een mantisse
van 15 cijfers en een exponent van 2 cijfers.