Operation Manual
20050301
1-7 Werken met het configuratiescherm
In elke modus is er een scherm waarin u de actuele instellingen (= configuratie) voor die
modus kunt nakijken. Dit scherm is het configuratiescherm. De configuratie van een modus
kunt u als volgt aanpassen.
u De configuratie van een modus veranderen
1. Kies het gewenste pictogram en druk op w om in het normale werkscherm van dit
modus te komen. Hier is dat de modus RUN
•
MAT.
2. Druk nu op !m(SET UP) om het
configuratiescherm van de gekozen modus
weer te geven.
•Dit configuratiescherm is maar een voorbeeld.
Naar gelang van de gekozen modus en de
actuele instelling kan een ander scherm
verschijnen.
3. Gebruik de cursortoetsen f en c om de parameter aan te klikken waarvan u de
instelling wilt veranderen.
4. Druk nu op een functietoets (van 1 tot 6) die onder de gewenste instelling staat.
5. Nadat u de nodige veranderingen hebt aangebracht, drukt u op J om het
configuratiescherm te sluiten.
k Bewerken van een configuratiescherm met behulp van de
functietoetsen
In dit deel wordt uitgelegd welke instellingen u met de functietoetsen in het
configuratiescherm kunt activeren.
duidt de standaardinstelling aan.
u Invoermodus
•{Math}/{Line}... invoermodus {MATH}/{LINEAR}
1-7-1
Werken met het configuratiescherm
...
20050301










