Operation Manual

20050301
12-7-1
De modus MEMORY
12-7 De modus MEMORY
Deze rekenmachine heeft twee afzonderlijke geheugengebieden: een “hoofdgeheugen” en
een “opslaggeheugen”. Het hoofdgeheugen is een werkgebied waar u gegevens invoert,
berekeningen maakt en programma’s uitvoert. De gegevens in het hoofdgeheugen zijn
relatief veilig, maar kunnen gewist worden wanneer de batterijen leeg raken of wanneer u het
toestel volledig initialiseert (reset).
Het opslaggeheugen werkt met het “flashgeheugen”. Dit betekent dat de gegevens bewaard
blijven, ook wanneer de voeding wordt onderbroken. Doorgaans gebruikt u het
opslaggeheugen voor gegevens die u veilig over een langere periode wilt bewaren en die u
alleen in het hoofdgeheugen laadt wanneer u ze nodig hebt.
Kies de modus MEMORY om gegevens uit te wisselen tussen het hoofdgeheugen, het
opslaggeheugen en de SD-kaart, en om andere geheugenbewerkingen uit te voeren.
Klik in het hoofdmenu het pictogram MEMORY aan om de modus MEMORY te kiezen en het
beginscherm weer te geven.
•{MAIN} ... {informatie uit het hoofdgeheugen weergeven}
•{SMEM} ... {informatie uit het opslaggeheugen weergeven}
•{SD} ... {informatie over het SD-kaartgeheugen weergeven} (alleen fx-9860G SD)
•{BKUP} ... {reservekopie van hoofdgeheugen}
•{OPT} ... {opslaggeheugen, SD-kaart optimaliseren}