Operation Manual

20050301
8-3-1
De programma-inhoud wijzigen
8-3 De programma-inhoud wijzigen
k Grenzen voor de in- en uitvoer van getalwaarden
Debuggen van een programma
Een fout in een programma waardoor het niet normaal loopt, wordt een “bug” genoemd, en
het wegwerken van dit fout wordt “debuggen” genoemd. Er zit een bug in uw programma als:
Foutmeldingen verschijnen terwijl het programma loopt
•De resultaten niet zijn wat u verwacht
uu
uu
u Debuggen na een foutmelding
Een foutmelding zoals bijvoorbeeld hieronder verschijnt als zich een probleem voordoet
terwijl het programma loopt.
Als deze boodschap verschijnt, drukt u op J om de cursor naar de plaats te laten springen
waar het probleem zit. De cursor knippert op de plaats waar het probleem zich bevindt. Kijk in
de “Tabel met mogelijke foutmeldingen” (pagina
α
-1-1) om te weten te komen wat u moet doen
om de fout weg te werken.
•Drukken op J helpt u niet de fout te vinden als de toegangscode dit niet toelaat.
U krijgt dan alleen het scherm met de lijst van programma’s te zien.
uu
uu
u Debuggen als de resultaten niet zijn wat u verwacht
Als het resultaat van een programma niet klopt met wat u verwacht, controleer dan
de opbouw van het programma en wijzig deze waar nodig.
1(TOP) ..... De cursor springt naar het begin
van de invoer
2(BTM) ..... De cursor springt naar het einde
van de invoer