Operation Manual

20050301
5-10-1
De weergave van een grafiek wijzigen
*
1
Hierboven staat het functiemenu dat wordt
weergegeven in de modus GRAPH. De
menuopties kunnen er enigszins anders uitzien in
andere modi.
*
2
Wanneer u de grafiek van een inverse relatie
tekent, wordt de grafiek direct getekend nadat u
deze optie selecteert.
*
3
Voor bepaalde tekenfuncties moet u twee punten
opgeven. Druk op w om het eerste punt op te geven.
Vervolgens kunt u met de pijltoetsen de cursor naar
het tweede punt verplaatsen. Druk vervolgens op w.
#U kunt een lijntype voor de volgende tekenfuncties
opgeven: Tangent, Normal, Inverse, Line, F
Line,
Circle, Vertical, Horizontal, Pen
5-10 De weergave van een grafiek wijzigen
kk
kk
k Lijnstukken bijtekenen
Beschrijving
Met de tekenfunctie kunt u op een getekende grafiek lijnen en punten bijtekenen.
U kunt vier verschillende lijntypes selecteren om een lijnstuk bij te tekenen.
Instelling
1. Selecteer in het hoofdmenu de modus GRAPH.
2. Stel van het weergavevenster in (V-Window).
3. Kies in het configuratiescherm de optie “Sketch Line” om het lijntype op te geven.
1( ) … Normal (standaardinstelling)
2( ) … Thick (twee keer de normale lijndikte)
3(
) … Broken (dikke onderbroken lijn)
4( ) … Dot (stippellijn)
4. Voer het grafiekvoorschrift in.
5. Teken de grafiek.
Uitvoering
6. Selecteer de tekenfunctie die u wilt gebruiken.*
1
!4(SKTCH) 1(Cls) ... Scherm wissen
2(Tang) ... Raaklijn
3(Norm) ... Normaal van een kromme
4(Inv) ... Inverse grafiek*
2
6(g)1(PLOT)
{Plot}/{Pl
On}/{Pl
Off}/{Pl
Chg}
... tekenen van {punten}/{aan}/{uit}/{wijzigen}
6(g)2(LINE)
{lijn}/{F
lijn} ... {een lijnstuk bijtekenen tussen twee punten
getekend met 6(g)1(PLOT)}/{een lijnstuk tussen twee
punten bijtekenen}
6(g)3(Crcl) ... Cirkel
6(g)4(Vert) ... Verticale lijn
6(g)5(Hztl) ... Horizontale rechte
6(g)6(g)1(PEN) ... Tekenen met de vrije hand
6(g)6(g)2(Text) ... Schrijven van commentaar
7. Verplaats de cursor ( ) met de pijltoetsen op de plaats waar u wilt tekenen, en druk op
w.*
3