Operation Manual
20050301
<Math>
A4(MATH)5(d
2
/dx
2
)vMde
+evx+v-gedw
u Toepassingen met een tweede afgeleide
•Tweede afgeleiden kunt u optellen, van elkaar aftrekken, met elkaar vermenigvuldigen,
door elkaar delen.
Bijvoorbeeld:
 f ''(a) + g''(a),  f ''(a) × g''(a), etc.
•Tweede afgeleide kunt u invoeren in optellingen, aftrekkingen, vermenigvuldigingen,
delingen en in het argument van functies.
2 × f ''(a),  log ( f ''(a) ), etc
•U kunt functies in elke term ( f(x), a, tol ) van een tweede afgeleide gebruiken.
2-5-6
Numerieke berekeningen
d
2
––– (sin x + cos x, sin 0.5, 1E - 8), etc.
dx
2
# De tolerantiewaarde in de invoermodus
MATH is vastgelegd op 1
E-10 en kan niet
worden gewijzigd.
# Berekening van een tweede afgeleide in een
grafiekfunctie (zie pagina 2-5-2)
# Onnauwkeurige resultaten en fouten kunnen
te wijten zijn aan het volgende:
-discontinue punten in x-waarden
-grote veranderingen in x-waarden
- opname van het lokale maximum- en
minimumpunt in x-waarden
- opname van het buigpunt in x-waarden
- opname van niet-differentieerbare punten in
x-waarden
-resultaten van differentiaalrekenen die nul
benaderen
#U kunt de berekening van een tweede
afgeleide stoppen door op A te drukken
tijdens de berekening.
# Berekeningen van een tweede afgeleide
van een trigonometrische functie moet u
steeds uitvoeren met de hoekeenheid
ingesteld op radialen.
# U kunt geen formule voor de berekening
van een eerste of een tweede afgeleide,
van een bepaalde integraal, van een
sommatie (Σ), van een extremum
(maximum/minimum), van een nulpunt
(Solve), RndFix of log ab gebruiken als
term van een tweede afgeleide.
#Bij berekening van een tweede afgeleide is
de nauwkeurigheid van de berekening
maximaal vijf cijfers voor de mantisse.
d
2
d
2
––– f (a) = f "(a), ––– g(a) = g"(a)
dx
2
dx
2
20050901










