Operation Manual

20050301
Voorbeeld Bereken het afgeleid getal in het punt x = 3 van de functie
y = x
3
+ 4x
2
+ x 6, met een tolerantie van “tol= 1E 5
Invoeren van de functie f(x).
AK4(CALC)2(d/dx)vMd+evx+v-g,
Invoer van het punt x = a waarvoor u het afgeleid getal wilt berekenen.
d,
Invoer van de tolerantiewaarde.
bE-f)
w
<Math>
A4(MATH)4(d/dx)vMde
+evx+v-ged
w
#In de functie f(x) kunt u enkel X als variabele
kiezen. De andere letters (A t/m Z, zonder X,
r,
θ
) worden als constanten beschouwd, zodat
in de berekeningen met de daaraan
toegekende waarde(n) zal gerekend worden.
# De invoer van de tolerantiewaarde (tol) en het
sluiten van de haken mag u weglaten. Laat u
de tolerantiewaarde (tol) weg, dan gebruikt
de rekenmachine automatisch 1
E-10 voor tol.
# Geef een tolerantiewaarde (tol) op van 1
E-14
of minder. Een fout (time-out) treedt op
wanneer geen oplossing is gevonden die met
de tolerantiewaarde overeenkomt.
# De tolerantiewaarde in de invoermodus Math
is ingesteld op 1
E-10 en kan niet worden
gewijzigd.
# Onnauwkeurige resultaten en fouten kunnen
te wijten zijn aan het volgende:
-discontinue punten in x-waarden
-grote veranderingen in x-waarden
- opname van het lokale maximum- en
minimumpunt in x-waarden
- opname van het buigpunt in x-waarden
- opname van niet-differentieerbare punten in
x-waarden
-resultaten van differentiaalrekenen die nul
benaderen
2-5-3
Numerieke berekeningen