Operation Manual

20050301
kk
kk
k Logaritmische en exponentiële functies
Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek modus is ingesteld op “Comp”.
Voorbeeld Invoer
log 1,23 (log101.23) = 0,08990511144 l1.23w
log2 8 = 3 <Line>
K4(CALC)6(g)4(log
a
b)2,8)w
<Math>
4(MATH)2(log
a
b) 2e8w
In 90 (loge90) = 4,49980967 I90w
10
1.23
= 16,98243652 !l(10
x
)1.23w
(om de 10-tallige antilogaritme van
1,23 te krijgen)
e
4.5
= 90,0171313 !I(e
x
)4.5w
(om de natuurlijke antilogaritme van
4,5 te krijgen)
(–3)
4
= (–3) × (–3) × (–3) × (–3) = 81 (-3)M4w
–3
4
= –(3 × 3 × 3 × 3) = –81 -3M4w
1
<Line>
7
(= 123
7
) = 1,988647795
7!M(
x
)123w
123
<Math>
!M(
x
)7e123w
<Line>
2 + 3 ×
3
– 4 = 10 2+3*3!M(
x
)64-4w*
1
64
<Math>
2+3*!M(
x
)3e64e-4w
2-4-5
Berekeningen met wetenschappelijke functies
*
1
^ (x
y
) en
x
hebben voorrang op de
vermenigvuldiging en de deling.
# U mag kunt geen formule voor de berekening
van een eerste of een tweede afgeleide, van
een bepaalde integraal, van een sommatie
(Σ), van een extremum (maximum/minimum),
van een nulpunt (Solve), RndFix of log ab
gebruiken als term in een log ab-berekening.
#In de invoermodus LINEAR en MATH krijgt u
verschillende resultaten wanneer twee of
meer machten in serie worden ingevoerd,
bijvoorbeeld: 2M3M2.
Invoermodus LINEAR: 2^3^2 = 64
Invoermodus MATH:
= 512
Dat komt doordat de modus MATH de
hierboven vermelde invoer inwendig verwerkt
als: 2^(3^(2)).