Operation Manual

20050301
10-3-6
Gegevens in eActivity bestanden invoeren en wijzigen
u Een wiskundige regel invoegen
Om een wiskundige regel in te voegen
Drukt u op deze toets:
terwijl de cursor op deze positie staat:
In een wiskundige regel 5(INS)2(CALC)
In een tekstregel 6(g)3(INS)2(CALC)
In een strip 3(INS)2(CALC)
De wiskundige regel wordt ingevoegd boven de regel of strip op de huidige cursorpositie.
u De inhoud van een wiskundige regel invoeren en wijzigen
U kunt de inhoud van een wiskundige regel invoeren en wijzigen op dezelfde manier als in
de modus RUN
MAT wanneer “Math” als invoermodus is geselecteerd (in het
configuratiescherm).
k Gebruik van regeleinden
Telkens als u een uitdrukking wijzigt in een wiskundige regel van eActivity met meerdere
wiskundige regels, kunt u alle wiskundige regels herberekenen door te drukken op w.
De herberekening kan enige tijd duren als er veel wiskundige regels zijn of als er complexe
berekeningen in een wiskundige regel zijn.
Als u niet wilt wachten tot alle uitdrukkingen herberekend zijn wanneer u een wijziging
aanbrengt, kunt u een regeleinde invoeren tussen de wiskundige regel(s) die u wijzigt. Als u
dan drukt op w, worden de wiskundige regels herberekend tot het regeleinde, waarna de
berekening onderbroken wordt.
u Een regeleinde invoegen
Om een regeleinde in te voegen
Drukt u op deze toets:
terwijl de cursor op deze positie staat:
In een wiskundige regel 5(INS)3(STOP)
In een tekstregel 6(g)3(INS)3(STOP)
In een strip 3(INS)3(STOP)
Het regeleinde wordt ingevoegd boven de regel of strip op de huidige cursorpositie.