Operation Manual
20050301
9-7-1
Gebruik van de functie CALC
9-7 Gebruik van de functie CALC
In dit deel wordt uitgelegd hoe u met de functie CALC statistische berekeningen op
spreadsheetgegevens kunt uitvoeren.
kk
kk
k Overzicht
Behalve de selectie van de waarnemingsgetallen, kunt u in de modus S
•
SHT dezelfde
statistische berekeningen uitvoeren als in de modus STAT. Dit deel beschrijft de
verschilpunten tussen de functies voor statistische berekeningen in de modus S
•
SHT en de
modus STAT.
u Oproepen van het submenu CALC
Druk op 6(g)2(CALC) om het submenu CALC te openen.
In het submenu CALC verschijnen dezelfde functies als wanneer u drukt op 2(CALC) in
de modus STAT van List Editor. Hieronder wordt elke functie uitgelegd, en wordt
aangegeven waar u meer informatie hierover terugvindt.
Toets Beschrijving Voor meer informatie:
1(1VAR)
2(2VAR)
3(REG)
6(SET)
De functietoetsen 1 tot 3 in het menu hebben vrijwel dezelfde functies als die in de
modus STAT. De instellingen die u kunt configureren met 6(SET) verschillen van die in
de modus STAT.
Druk hier om statistische berekeningen met
één variabele uit te voeren.
Druk hier om statistische berekeningen met
twee variabelen uit te voeren.
Druk hier om regressieberekeningen uit te
voeren.
Opent een scherm waarin u de gegevens
invoert die u voor de statistische
berekeningen wilt gebruiken door te drukken
op 1(1VAR), 2(2VAR), en op 3(REG).
“Statistische berekeningen
op waarnemingen met één
variabele” (pagina 6-4-2)
“Statistische berekeningen
op waarnemingen met twee
variabelen” (pagina 6-4-2)
“Regressieberekeningen”
(pagina 6-4-3)
“Configureren van gegevens
voor statistische
berekeningen” (pagina 9-7-2)










