Operation Manual
20050301
9-4-10
Celgegevens invoeren en wijzigen
kk
kk
k Een constante invoeren
Een uitdrukking of waarde die u invoert zonder die te laten voorafgaan door een gelijkteken
(=) wordt een “constante” genoemd omdat deze waarde niet beïnvloed wordt door gegevens
buiten de cel waarin ze is opgenomen.
Voert u een wiskundige uitdrukking als constante in, dan krijgt u in de cel het resultaat te
zien. Als een uitdrukking een onvolledige of ongeldige syntax gebruikt, of een lijst of matrix
als resultaat heeft, verschijnt de foutmelding “Syntax ERROR”.
In de volgende tabel ziet u de verschillende soorten constanten en de resultaten die hierdoor
worden weergegeven.
Constante Weergegeven resultaat
2005 2005
7+3 10
sin 30 0,5
sin X+1 *
1
1,5
AX *
1
*
2
60
dim {1,2,3} 3
1=0 0
1>0 1
sin Syntax ERROR
{1,2,3} Syntax ERROR
*
1
Als 30 is toegewezen aan variabele X en 2
aan variabele A.
*
2
Een tekenreeks zoals AX wordt behandeld als een
reeks variabelen (pagina 2-2-1).
Wanneer u een tekenreeks als tekst wilt
behandelen, moet u die beginnen met een
aanhalingsteken (“).










