Operation Manual
20050301
7-4 Evaluatie van een investering (cash flow)
Dit toestel gebruikt de methode van de “discounted cash flow” (DCF) om de evaluatie van
een investering uit te voeren door de sommatie van cash flows voor een bepaalde periode.
Het toestel voert de volgende vier evaluatietypes van een investering uit:
•Huidige nettowaarde (NPV )
•Gekapitaliseerde nettowaarde (NFV )
• Intern rentabiliteitspercentage (IRR )
•Periode van afschrijving* (PBP )
*De terugverdieningperiode (PBP ) kan ook als de “verdisconteerde
terugverdieningperiode” (DPP) worden aangeduid. Wanneer de jaarlijkse rentevoet
(I%) nul is, wordt de terugverdieningperiode PBP aandeduid als de “simpele
terugverdieningperiode” (SPP).
De grafische voorstelling van de volgende cash flow maakt het mogelijk de beweging van de
fondsen te volgen.
CF
0
CF
1
CF
2
CF
3
CF
4
CF
5
CF
6
CF
7
In dit diagram wordt het startbedrag van de investering voorgesteld door CF0. De cash flow één
jaar later wordt voorgesteld door CF1, twee jaar later worden dan CF2, enz.
De evaluatie van een investering wordt gebruikt om duidelijk aan te tonen of een investering
de in het begin verwachte winsten realiseert.
u NPV
NPV = CF0 + + + + … +
(1+ i )
CF
1
(1+ i )
2
CF2
(1+ i )
3
CF3
(1+ i )
n
CFn
i = 
100
I %
n: natuurlijk getal tot 254
u NFV
 NFV = NPV × (1 + i )
n
u IRR
0 = CF0 + + + + … +
(1+ i )
CF
1
(1+ i )
2
CF2
(1+ i )
3
CF3
(1+ i )
n
CFn
In deze formule is NPV = 0 en de waarde van IRR is equivalent met i × 100. Terwijl de
opeenvolgende berekeningen door de rekenmachine worden uitgevoerd, zullen door het
afronden kleine afwijkingen ontstaan waardoor NPV nooit precies de waarde nul zal
bereiken. Hoe meer NPV de waarde nul benadert, hoe exacter IRR zal zijn.
7-4-1
Evaluatie van een investering (cash Flow)










