Operation Manual
20050301
uu
uu
u t-test voor lineaire regressie
De t-test voor lineaire regressie behandelt gegevens opgeslagen in koppels (x, y), en
plaatst al die koppels op een grafisch scherm. De methode van de kleinste kwadraten wordt
gebruikt om de meest geschikte coëfficiënten a, b te bepalen voor de waarnemingsgetallen
van de regressieformule y = a + bx. Verder berekent deze test ook de correlatiecoëfficiënt en
de t-waarde, alsook de relatie tussen x en y.
b = 
Σ
( x – o)( y – p)
i=1
n
Σ
(x – o)
2
i=1
n
a = p – bo t = r 
n – 2
1 – r
2
a : afgesneden stuk op de y-as
b :richtingscoëfficiënt
n :omvang van de steekproef
(n > 3)
r : correlatiecoëfficiënt
r
2
: bepalingscoëfficiënt
Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende
operatie uit.
3(TEST)
2(t)
3(REG)
De betekenis van de parameters voor het vastleggen van de karakteristiek van de gegevens
op de lijst is de volgende.
β
 & 
ρ
............................ testvoorwaarde voor de p-waarde (“G 0” staat voor een test
met twee grenzen, “< 0” voor een test met een ondergrens,
“> 0” voor een test met een bovengrens)
XList ............................ lijst met de x-gegevens (List1 tot List26)
YList ............................ lijst met de y-gegevens (List1 tot List26)
Freq ............................. lijst met de frequenties (List1 tot List26)
Save Res ..................... lijst voor het opslaan van de resultaten (None of List1 tot List26)
Execute ....................... berekening
Na het instellen van alle parameters gebruikt u c om [Execute] aan te klikken en drukt u op
een van de volgende functietoetsen om de berekening te maken of de grafiek te tekenen.
 • 1(CALC) ... Voert de berekening uit.
# Van de t-test voor de lineaire regressie kunt u
geen grafiek tekenen.
6-5-16
Tests










