Operation Manual

20050301
uu
uu
u Z-test op 2 steekproeven
Deze test wordt gebruikt als de standaardafwijkingen van de steekproeven van twee
populaties gekend zijn, om de hypothese te verifiëren volgens welke voorwaarde het
gemiddelde van de twee populaties gelijk zijn. De Z-test op 2 steekproeven wordt toegepast
op de normale kansverdeling.
Z =
o
1
o
2
σ
n
1
1
2
σ
n
2
2
2
+
o1 : gemiddelde van steekproef 1
o2 : gemiddelde van steekproef 2
σ
1 : standaardafwijking van de populatie van steekproef 1
σ
2 : standaardafwijking van de populatie van steekproef 2
n1 : omvang van steekproef 1
n2 : omvang van steekproef 2
Voer, vertrekkend van het scherm met de lijst met de statistische gegevens, volgende
operatie uit.
3(TEST)
1(Z)
2(2-S)
De betekenis van de parameters voor het vastleggen van de karakteristiek van de gegevens op
de lijst is de volgende.
Data ...................... type van het waarnemingsgetal
µ
1 .......................... testvoorwaarde van het gemiddelde van de populatie (“G
µ
2
staat voor een test met twee grenzen, “<
µ
2” voor een test met
een ondergrens als het gemiddelde van steekproef 1 kleiner is
dan dat van steekproef 2, “>
µ
2” staat voor een test met een
bovengrens als het gemiddelde van steekproef 1 groter is dan
dat van steekproef 2)
σ
1 .......................... standaardafwijking van de populatie van steekproef 1 (
σ
1 > 0)
σ
2 .......................... standaardafwijking van de populatie van steekproef 2 (
σ
2 > 0)
List(1) ................... lijst met de gegevens van steekproef 1
(List1 tot List26)
List(2) ................... lijst met de gegevens van steekproef 2
(List1 tot List26)
Freq(1) .................. lijst met de frequenties van steekproef 1 (1 of List1 tot List26)
Freq(2) .................. lijst met de frequenties van steekproef 2 (1 of List1 tot List26)
Save Res .............. lijst voor het opslaan van de resultaten (None of List1 tot List26)
Execute ................ berekening of tekenen van een grafiek
6-5-5
Tests