Operation Manual

20050301
1-2-1
Scherm
1-2 Scherm
k Pictogrammen selecteren
In dit deel wordt uitgelegd hoe u een pictogram in het hoofdmenu aanklikt om de gewenste
(werk)modus op te roepen.
uu
uu
u Een pictogram aanklikken
1. Druk op m om het hoofdmenu weer te geven.
2. Gebruik de cursortoetsen (d, e, f, c) om het gewenste pictogram aan te
klikken.
3. Druk op w om het beginscherm te openen van de modus waarvan u het pictogram
hebt aangeklikt.
Hier wordt de modus STAT geopend.
•U kunt ook in een bepaalde modus komen zonder het bijbehorende pictogram in het
hoofdmenu aan te klikken. Daarvoor voert u het nummer of de letter in welke rechts
onderaan in het pictogram staat.
Pictogram dat momenteel
is aangeklikt
Pictogram Naam van Beschrijving
de modus
RUN
MAT Kies deze modus om rekenkundige bewerkingen en
(Run
Matrix) bewerkingen met wetenschappelijke functies te maken. Dit
kan twee-, acht-, tien- en zestientallig genoteerd worden.
STAT Kies deze modus om statistische berekeningen met één
(Statistieken) variabele (standaardafwijking) of met twee variabelen
(regressie) te maken, en om statistische grafieken te tekenen.
e
ACT In de modus eActivity kunt u tekst, wiskundige uitdrukkingen
(eActivity) en andere gegevens invoeren in een soort notitieblok. Kies
deze modus om tekst of formules of ingebouwde
toepassingsgegevens in een bestand op te slaan.
Hieronder wordt de betekenis van elk pictogram uitgelegd.
20050301