Operation Manual
20050301
Voorbeeld Teken de grafiek met de volgende twee voorschriften en bereken de y-
coördinaat voor 
x = 0,5 en de x-coördinaat voor y = 2,2 voor grafiek Y2.
Y1 = x + 1, Y2 = x(x + 2)(x – 2)
Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window).
Xmin = –6,3, Xmax = 6,3, Xscale = 1
Ymin = –3,1, Ymax = 3,1, Yscale = 1 (standaardinstellingen)
Werkwijze
1 m GRAPH
!3(V-WIN)1(INIT)J
3(TYPE)1(Y=)v+bw
v(v+c)(v-c)w
6(DRAW)
2 !5(G-SLV)6(g)1(Y-CAL) 2 !5(G-SLV)6(g)2(X-CAL)
3 cw 3 cw
4 a.fw 4 c.cw
Resultaatscherm
5-11-14
Onderzoek van de grafiek van een functie
#Zijn er meerdere resultaten voor de
bovenstaande berekening, dan kunt u met e
de volgende waarde berekenen. Druk op d
om naar de vorige waarde terug te keren.
# Is er maar één grafiek te zien, dan mag stap 3
hierboven overslaan.
# De waarde X-CAL kan niet berekend worden
voor een grafiek met een voorschrift waarin x en
y afhangen van een parameter.
# Na het berekenen van de coördinaten kunt u
verschillende coördinaten invoeren door eerst te
drukken op v.










