Operation Manual
20050301
u Een voorschrift X = constant opslaan *
1
Voorbeeld Sla het volgende voorschrift op in de geheugenzone X4:
X = 3
3(TYPE)4(X=c) (Definieert het voorschrift X = constant)
d(Invoer van het voorschrift)
w(Opslaan van het voorschrift)
•Wanneer u X, Y, T, r, of 
θ
 als constante invoert in de bovenstaande procedures, verschijnt
een foutmelding.
u Een ongelijkheid als voorschrift opslaan *
1
Voorbeeld Sla de volgende ongelijkheid op in de geheugenzone Y5:
 y > x
2
 – 2x – 6
3(TYPE)6(g)1(Y>) (Definieert het voorschrift van een ongelijkheid)
vx-cv-g(Invoer van het voorschrift)
w(Opslaan van het voorschrift)
u Een samengesteld voorschrift maken
Voorbeeld Gebruik de voorschriften in Y1 en Y2 om samengestelde voorschriften
te maken voor Y3 en Y4
Y1=  (X
+
1), Y2
=
X
2 
+
3
Wijs Y1
°
Y2 toe aan Y3, en Y2
°
Y1 aan Y4.
(Y1
°
Y2 = ( (x
2 
+
3)
+1) = (x
2 
+
4) Y2
°
Y1 = ( (X
+
1))
2
+
3 = X
+
4 (X
⭌
–1))
Leg de voorschriften vast in Y3 en Y4.
3
(
TYPE
)
1(Y=)J4
(
GRPH
)
1(Y)b(1(Y)c)w
J4(
GRPH
)1(Y)c(1(Y)b)w
• Een samengesteld voorschrift kan uit maximaal vijf voorschriften bestaan.
*
1
U kunt een voorschrift niet opslaan in een
geheugenzone waar al een voorschrift van een
ander type staat. Selecteer een geheugenzone
met een voorschrift van hetzelfde type als het
voorschrift dat u wilt opslaan, of verwijder het
voorschrift uit het geheugen waarin u het
andere voorschrift probeert op te slaan.
5-3-3
Een grafiek tekenen
20050901










