Operation Manual
20050301
5-3-1
Een grafiek tekenen
5-3 Een grafiek tekenen
U kunt maximaal 20 voorschriften van grafieken in het geheugen opslaan. In het geheugen
opgeslagen voorschriften kunt u wijzigen, oproepen en de grafiek ervan tekenen.
kk
kk
k Het grafiektype opgeven
Voordat u een grafiekvoorschrift in het geheugen kunt opslaan, moet u eerst het grafiektype
opgeven.
1. Druk, als de lijst met grafiekvoorschriften op het scherm staat, op 3(TYPE) om het
submenu voor grafiektypes te openen. In dit menu vindt u de volgende opties:
•{Y=}/{r=}/{Parm}/{X=c} ... Grafiek met {voorschrift in cartesische coördinaten}/{voorschrift
in poolcoördinaten}/{voorschrift waarin x en y afhangen van een parameter}/
{voorschrift X=constant}*
1
•{Y>}/{Y<}/{Y
tt
tt
t}/{Y
ss
ss
s} ... {Y>f(x)}/{Y<f(x)}/{Y>f(x)}/{Y<f(x)} grafische voorstelling van
een ongelijkheid
•{CONV}
•{'Y=}/{'Y>}/{'Y<}/{'Y
tt
tt
t}/{'Y
ss
ss
s}
... {het voorschrifttype van de geselecteerde uitdrukking wijzigen}
2. Druk op de functietoets voor het grafiektype dat u wilt opgeven.
kk
kk
k Grafiekvoorschriften opslaan
u Een voorschrift in cartesische coördinaten opslaan (Y=) *
2
Voorbeeld Sla het volgende voorschrift op in de geheugenzone Y1: y = 2x
2
 – 5
3(TYPE)1(Y=) (Definieert het voorschrift in cartesische coördinaten)
cvx-f(Invoer van het voorschrift)
w (Opslaan van het voorschrift)
*
1
 Als u probeert een grafiek te tekenen van een
voorschrift X = constant waarin X wordt
ingevoerd, verschijnt een foutmelding.
*
2
U kunt een voorschrift niet opslaan in een
geheugenzone waar al een voorschrift van een
ander type staat. Selecteer een geheugenzone met
een voorschrift van hetzelfde type als het voorschrift
dat u wilt opslaan, of verwijder het voorschrift uit het
geheugen waarin u het andere voorschrift probeert
op te slaan.










