Operation Manual

20050301
4. Druk op 4(VAR) bw om een
beginwaarde 1 toe te kennen aan parameter A.
5. Druk op 2(SET) bwdwb
wto om het interval en de toename van de
waarde van parameter A vast te leggen.
6. Druk op
J.
7. Druk op 6(DYNA) om met het tekenen van
de (dynamische) grafieken te beginnen.
De grafieken worden tienmaal na elkaar getekend.
Om het tekenen van de dynamische grafieken te
onderbreken, drukt u op
o.
↓↑
↓↑
10
Een snelle kennismaking