User manual - fx-CG10_20_Soft

2-42
u Opmaken van een matrix
Om een matrix op te maken moet u eerst de dimensies vastleggen in de Matrix Editor. Daarna
kunt u aan de elementen van de matrix een waarde toekennen.
u De dimensies van een matrix vastleggen
Voorbeeld Maak een matrix met 2 rijen × 3 kolommen in het matrixgeheugen Mat B
Klik Mat B aan.
c
3(DIM) (U mag deze stap overslaan.)
Voer het aantal rijen in.
cw
Voer het aantal kolommen in.
dw
w
Alle elementen van de nieuw opgemaakte matrix hebben waarde 0.
Als u het formaat invoert of de dimensies van een matrix verandert, wordt de huidige inhoud
gewist.
Als de foutmelding “Memory ERROR” naast de naam van het gebruikte matrixgeheugen blijft
staan nadat u de dimensies hebt ingevoerd, betekent dit dat er onvoldoende geheugenruimte
is voor de gewenste matrix.
u Elk element van een matrix een waarde toekennen
Voorbeeld Voer in de matrix B de volgende gegevens in:
De volgende bewerking is het vervolg van het rekenvoorbeeld op de vorige pagina.
bwcwdw
ewfwgw
(Het gegeven wordt ingevoerd in het
aangeklikte element. Bij elke druk op w,
wordt het volgende element rechts
aangeklikt.)
Bij de weergave van een matrix op het scherm is er slechts plaats bij positieve gehele
getallen voor zes karakters, en bij negatieve voor vijf karakters (één karakter wordt gebruikt
voor het minteken). Exponentiële waarden worden weergeven met maximaal twee cijfers
voor het exponent. Breuken worden decimaal weergegeven.
1 2 3
4 5 6