User manual - fx-CG10_20_Soft

9-34
6. Geheugen modus Spreadsheet
U kunt de verschillende geheugens van de rekenmachine (variabelen, lijstgeheugen,
bestandsgeheugen, matrixgeheugen) gebruiken om gegevens op te slaan en die dan
oproepen in de spreadsheet.
k Spreadsheetgegevens opslaan in een geheugen
De volgende tabel geeft een overzicht van de opslagbewerkingen voor elk geheugentype.
Meer details over elke bewerking vindt u in de voorbeelden onder de tabel.
Geheugentype Opslagbewerking
Variabelen
(A ~ Z,
r,
θ
)
U kunt de inhoud van een cel toekennen aan een variabele.
Selecteer een cel, druk op 6(g)3(STORE)1(VAR), en
geef vervolgens de naam op van de variabele die op het scherm
verschijnt.
Lijstgeheugen
(Lijst 1 ~ Lijst 26)
U kunt gegevens in een celbereik in een rij of kolom opslaan in het
lijstgeheugen.
Selecteer een celbereik in een rij of kolom, druk op
6(g)3(STORE)2(LIST) en geef het lijstnummer in op het
scherm dat verschijnt.
Bestandsgeheugen
(Bestand 1 ~
Bestand 6)
U kunt gegevens in een celbereik over meerdere rijen en kolommen
opslaan in het bestandsgeheugen. Selecteer een celbereik, druk op
6(g)3(STORE)3(FILE) en geef het bestandsnummer in op
het scherm dat verschijnt.
De eerste kolom van het geselecteerde bereik wordt als List 1
opgeslagen in het opgegeven bestand, de tweede kolom als List 2,
enzovoort.
Matrixgeheugen
(Mat A ~ Mat Z)
U kunt gegevens in een celbereik over meerdere rijen en kolommen
opslaan in het matrixgeheugen. Selecteer een celbereik, druk op
6(g)3(STORE)4(MAT) en geef de matrixnaam in op het
scherm dat verschijnt.
De eerste kolom van het geselecteerde bereik wordt als List 1
opgeslagen in de opgegeven matrix, de tweede kolom als List 2,
enzovoort.
Opmerking
Wanneer de spreadsheetgegevens worden opgeslagen in het lijstgeheugen of
bestandsgeheugen, wordt de informatie over tekstkleur van elke cel overgenomen
in het bestemmingsgeheugen. Informatie over tekstkleur wordt genegeerd wanneer
spreadsheetgegevens worden opgeslagen in een variabel geheugen of matrixgeheugen.
Belangrijk!
Hieronder staat beschreven wat er gebeurt wanneer u gegevens probeert op te slaan in een
geheugen als een cel geen gegevens bevat, als een cel tekst bevat of als ERROR verschijnt
voor een cel.
Indien u gegevens toekent aan een variabele, treedt er een fout op.
Indien u gegevens opslaat in het lijstgeheugen, bestandsgeheugen of matrixgeheugen,
wordt 0 in de betreffende cel(len) geschreven.